DE PROTOCOLLEN VAN DE WIJZEN VAN SION (Nederlandse vertaling uit 1933) Protocol 1 tot en met 5

in #zion7 years ago (edited)

Voorwoord
De protocollen zijn een zeer explosief geschrift dat gezien moet worden als een geactualiseerde en geconcretiseerde uitwerking van de plannen van Adam Weishaupt. De Illuminatie vormen de geheime kracht achter de Protocollen en zijn daarmee tevens de leidende kracht achter de nagestreefde wereldheerschappij.
Wie enig inzicht heeft in de samenzwering-kunst van de Illuminatie, zal in staat zijn de Protocollen in het licht van vandaag te beoordelen. Lees de protocollen en stel door hun inhoud de echtheid vast! Schijnbaar is de aaneenschakeling van paragrafen droge literatuur.
In werkelijkheid zijn ze de boeiendste en tevens de meest ontstellende geschriften die denkbaar zijn. Lees de Protocollen langzaam en laat elke paragraaf goed tot u doordringen. Vergelijk de richtlijnen met het verleden en het heden. Vergeet ook niet dat wanneer men in de Protocollen over God spreekt, dit niet de God van de Joden of de Christenen is, maar niemand minder dan lucifer, oftewel satan zelf.
De Protocollen van de wijzen (of Ouderen) van Sion (soms geschreven als Zion) is geen antisemitische tekst, aangezien juist de niet-Joden als minderwaardig worden bejegend. Het is wel gebruikt als middel om mensen tegen de Joden op te zetten door het te doen blijken alsof de Protocollen van de Wijzen van Sion de blauwdruk is van een Joodse samenzwering tot het verkrijgen van wereldmacht. Deze tekst is met opzet zo geschreven alsof het een Joods/Zionistisch document is om er voor te zorgen dat de aandacht niet gaat naar degenen die er wel achter zitten.

sion-protocollen.png

DE PROTOCOLLEN VAN DE WIJZEN VAN SION (Nederlandse vertaling uit 1933 en herzien in spelling)
(tussen haakjes achter het protocol nummers is toegevoegd ter verduidelijking, dit staat niet in het originele document)

PROTOCOL 1 (De hoofd doctrine)

  1. Laten we elk gepraat vermijden, maar iedere gedachte afzonderlijk onderzoeken en de toestand door vergelijkingen en de gevolgtrekkingen onder de loep te nemen. Ik zal ons systeem zowel volgens ons gezichtspunt uiteenzetten als volgens de opvatting van hen die niet tot onze gelederen behoren.
  2. Het staat vast, dat de mensen met slechte instincten veel groter in aantal zijn dan die met goede. Daarom bereikt men betere resultaten, als men de mensen met geweld en bangmakerij regeert dan met geleerde uiteenzettingen.
  3. leder mens streeft naar de heerschappij; iedereen zou graag dictator worden, als hij er de kans toe
    zag en slechts weinigen zijn bereid hun eigen belang aan het gemeenschappelijk welzijn op te offeren.
  4. Wie heeft de roofdieren, die men mensen noemt, in toom gehouden? Wie heeft hen tot nog toe geleid? Vanaf het begin van de sociale orde hebben zij zich onderworpene aan het ruwe en blinde geweld; later aan de wet, dat niets anders is dan datzelfde geweld, alleen in anderen vorm. Ik trek hieruit de conclusie, dat volgens de natuurwet het recht in het geweld ligt.
  5. De politieke vrijheid is geen feit, alleen maar een idee. Men moet dit idee kunnen verwerkelijken, zodra men de volksmassa door het lokaas van een denkbeeld op zijn hand moet brengen, indien zij de bedoeling hebben om de heersend partij omver te werpen. Dit vraagstuk is gemakkelijk op te lossen, als de tegenpartij haar macht put uit het idee van vrijheid - het zogenaamd liberalisme - en ter wille van dit idee iets van haar macht prijsgeeft. Op dat ogenblik zal onze leer triomferen zodra de teugels van het bewind zijn los geraakt, dan worden ze krachtens de natuurwet direct door andere handen gegrepen, omdat het blinde geweld van de massa geen dag zonder leider kan; de nieuwe macht treedt dan eenvoudig in de plaats van de vroegere macht, die door het liberalisme van zijn kracht werd beroofd. In onzen tijd is de macht van het goud in de plaats gekomen van de heerschappij der liberale regeringen. Er was echter een tijd, dat men aan God geloofde.
  6. Het vrijheid-idee is niet te verwerkelijken, want niemand is in staat om er het juiste gebruik van te maken. Men behoeft het volk slechts korte tijd zichzelf te laten regeren en het zelfbestuur verandert al heel gauw in teugelloosheid. Van dit ogenblik af ontstaan er twisten, die spoedig tot sociale oorlogen leidden; de staten gaan in vlammen op en hun hele grootheid valt tot as ineen.
  7. Of een staat zich nu al uitput onder de werking van zijn eigen schokken of dat zijn binnenlandse twisten hem aan vreemde vijanden overleveren, in ieder geval kan hij als reddeloos verloren worden beschouwd: hij is in onze macht. De heerschappij van het kapitaal, dat geheel in onze handen is, komt hem dan voor als een reddingsboei, waaraan hij zich goedschiks of kwaadschiks moet vastklampen, wil hij niet ten onder gaan.
  8. Wanneer iemand volgens liberaal standpunt zulke overwegingen voor immoreel zou houden, dan vraag ik hem: Als iedere staat twee vijanden heeft een in zijn eigen boezem en een vreemde, en wanneer het hem veroorloofd is om zonder enige morele consideratie tegen een vreemde vijand alle strijdmiddelen te gebruiken, b.v. door hem de aanval- en verdediging plannen niet bekend te maken of hem 's nachts of met overmachtige strijdkrachten aan te pakken, waarom zo - vraag ik – zouden we zulke middelen, tegenover de veel gevaarlijker vijand die de sociale orde en de welstand verstoort, immoreel zijn?
  9. Kan iemand met gezond verstand hopen om de volksmassa's met succes te leidde door vermaning of overreding, wanneer aan het volk, dat slechts oppervlakkig denkt, de vrijheid tot tegenspraak is gegeven, die - ofschoon zij zinloos is - het volk verleidelijk voorkomt?
  10. Deze mensen laten zich uitsluitend leidde door hun bekrompen verlangens, hun bijgelovige beschouwingen, hun gebruiken en overleveringen en hun intuïtieve principes; zij zijn de speelbal van de strijdende partijen, die zich zelfs tegen de verstandigste. Overeenkomst zouden verzetten.
  11. Iedere beslissing van de massa hangt van toevalligheden af, ze heeft geen flauw begrip van de geheime kunst der politiek, neemt daardoor heel dwaze beslissingen en legt zodoende de kiem van de anarchie in de regering.
  12. Politiek heeft met moraal niets gemeen, Een heerser, die zich door de moraal laat leidden, handelt niet politiek en zijn gezag berust op zwakke grondslagen. Wie heersen wil moet gebruik
    maken van list en huichelarij. Hoogstaande eigenschappen van een volk, zoals oprechtheid en rechtschapenheid, zijn in de politiek alleen maar een zonde, want zij stoten de koningen gemakkelijker van hun troon dan zelfs de machtigste vijand. Zulke eigenschappen mogen dan al kenmerken van het volk zijn, wij echter mogen ze in geen geval tot richtsnoer nemen
  13. Ons recht ligt in het geweld. Het woord recht is een leeg, ondefinieerbaar begrip. Het zegt alleen maar : Geef mij, wat ik wil, opdat ik daardoor kan bewijzen dat ik de sterkere ben,
  14. Waar begint het recht, waar eindigt het? In een staat, waar de macht slecht georganiseerd is, waar de wetten en de regering ten gevolge van de talloze rechten, die het liberalisme in het leven heeft geroepen, onmachtig zijn geworden, vind ik een nieuw recht: namelijk door mij volgens het recht van de sterkere op de hele bestaande rechtsorde te storten en ze omver te werpen, de hand op de wetten te leggen, alle instellingen om te vormen en de baas te worden over hen, die aan ons hun rechten - die zij zich door geweld hadden verschaft - hebben overgedragen en van hun macht vrijwillig - uit liberalisme - afstand hebben gedaan.
    15 Terwijl tegenwoordig alle machten wankelen zal onze macht sterker zijn dan elke andere, omdat zij zolang onzichtbaar zal blijven totdat zij door geen enkele list meer kan worden ondermijnd.
  15. Uit het voorbijgaande kwaad, dat wij nu moeten stichten, zal het goede te voorschijn komen van een onwankelbare regering, die de regelmatige loop van het nationale leven, wiens raderwerk door het liberalisme werd verstoord, zal herstellen. Het doel heiligt de middelen. Laten wij bij onze plannen minder aandacht besteden aan het goede en het zedelijk hoogstaande dan aan het noodzakelijke en het nuttige.
  16. Voor ons ligt een plan, waarop - zoals bij een krijgsplan - de weg is aangegeven dien wij niet mogen verlaten zonder gevaar te lopen het werk van eeuwen in de war te sturen
  17. Om tot ons doel te geraken moeten wij de gemeenheid de veranderlijkheid en de wankelmoedigheid van de massa begrijpen en haar onbekwaamheid om de voorwaarde van haar eigen bestaan en haar eigen welvaart in te zien en te waarderen. Men moet inzien, dat het volk niet oordelen kan en dan weer naar rechts, dan weer naar links luistert. Een blinde kan een blinde niet leidde zonder hem in de afgrond te storten. Daarom kunnen de uit het volk omhoog geklommen afstammelingen van het gepeupel, al zijn ze ook nog zo begaafd, door hun gebrek aan inzicht en gevoel voor de hoge politiek, de menigte niet leidde zonder de hele natie in het verderf te storten.
  18. Alleen een persoonlijkheid, die van jongs af aan voor de alleenheerschappij is opgevoed, kan de woorden begrijpen die uit het politieke alfabet worden gevormd
  19. Een volk, dat aan zichzelf, dat wil zeggen aan de parvenu's uit zijn midden, is overgelaten, stort zich, door de twist van naar de macht hongerende partijen en de daaruit voortkomende wanorde, in het verderf. Is het de massa mogelijk, om rustig en zonder kleingeestige jaloezie te oordelen of de landszaken te behartigen, die niet met persoonlijke belangen verward moeten worden? Kan zij zich weren tegenover vreemde vijanden? Dat is onmogelijk. Een plan, dat in even zoveel stukken wordt gescheurd als de massa koppen telt, verliest zijn uniformiteit; het wordt onbegrijpelijk en onuitvoerbaar.
  20. Alleen een onafhankelijk heerser kan zijn breed opgezette plannen volvoeren en invloed uitoefenen op het raderwerk van de staatsmachine. Daaruit volgt, dat de regering van een land, wil zij nuttig en succesvol zijn, alleen in de handen van één enkele verantwoordelijke man mag berusten. Zonder absoluut despotisme is er geen beschaving, zij is niet het werk van de massa, maar alleen van haar leider, wie deze ook mag zijn
  21. De massa is barbaars en zij bewijst dit bij iedere gelegenheid. zodra de massa de vrijheid tot zich trekt, verandert deze al heel gauw in anarchie, die de hoogste trap van het barbarendom is.
  22. Zie deze door de alcohol versufte en door het wijn genot stompzinnig geworden dieren, die het recht hebben verworven om onbeperkt te zuipen gelijktijdig met de vrijheid, wij niet mogen dulden, dat diegenen onder ons tot dit lage niveau afdalen.
  23. De volkeren zijn door de alcohol versuft, versuft is hun jeugd door de studie van de klassieken en door vroegtijdige uitspattingen, waartoe ze door onze handlangers in de rijke huizen, zoals b.v. huisonderwijzers, dienstbode, opvoedsters, door onze handelsbedienden en ook door onze vrouwen in de orde van vermaak worden verleid. Tot de laatsten reken ik ook de dames van gezelschap, die de liederlijkheid en de luxe van die vrouwen vrijwillig nabootsen.
    25 Ons parool is: geweld en arglist. Uitsluitend het geweld zegeviert in de politiek, in het bijzonder dan, als zij verborgen is in het voor een staatsman onontbeerlijk talent. Geweld moet de basis zijn, list en huichelarij regel voor de regeringen, die niet geneigd zijn haar kroon aan de vertegenwoordigers van de een of andere nieuwe macht te verliezen.
  24. Dit euvel is het enige middel om tot het doel, tot het goede te geraken. Daarom mogen wij ons niet laten afhouden van omkoping, bedrog en verraad, zodra dit voor ons doel dienstig kan zijn. In de politiek moet men de ander zijn eigendom zonder dralen afnemen, als men dit door middel van onderwerping en macht kan bereiken. Onze staat, die de weg van de vreedzame, verovering volgt, zal bewerkstelligen, dat de verschrikkingen van de oorlog worden vervangen door de minder opvallende, maar met de veel meer afdoende terechtstellingen, die voor de instandhouding van de terreur, als middel om tot het doel van de blinde gehoorzaamheid te geraken, noodzakelijk zal zijn. Rechtvaardige, maar onbuigzame gestrengheid is het belangrijkste machtsmiddel van een staat.
  25. Niet alleen ter wille van ons eigen voordeel, maar ter wille van onzen plicht om de overwinning weg te dragen, moeten wij aan het principe van geweld en arglist vasthouden. Deze op berekening berustende leerstelling is net zoo krachtig als de middelen waarvan zij zich bedient. Niet alleen door deze middelen, maar ook door de niets ontziende gestrengheid van onze leer zullen wij zegevieren en alle regeringen aan onze opperheerschappij onderwerpen. Het besef, dat het onbuigzaam zal zijn, is voldoende om iedere weerspannigheid te doen ophouden.
  26. Wij waren de eersten, die het volk eenmaal de woorden vrijheid gelijkheid en broederschap toewierpen, woorden, die sindsdien zoo dikwijls door onwetende papegaaien werden nagebrabbeld, die, door deze lokstem van overal vandaan werden aangetrokken als de welvaart van de wereld, de ware persoonlijke vrijheid, die eens zo goed tegen de druk van het gepeupel beschermd was, alleen maar verstoorden. Mensen, die zichzelf voor verstandig, hielde, beseften de verborgen zin van deze woorden niet, voelde niet de tegenstrijdigheid daarin. Zij zagen niet, dat er in de natuur geen gelijkheid is, dat de natuur de ongelijkheid van het verstand, van het karakter, van het vernuft in afhankelijkheid van haar wetten heeft geschapen. Deze mensen hebben niet begrepen, dat de massa een blinde macht is, dat de door haar gekozen parvenu's in de politiek net zoo blind zijn als de massa zelf, dat de ingewijde, ook als hij een domkop is, regeren kan, terwijl de niet ingewijde, al is hij een genie, van de politiek niets begrijpt. Dit alles is de niet-ingewijde ontgaan.
  27. Op deze grondslagen berustten intussen de dynastieke regeringen. De vader droeg de geheimen van de politiek aan zijn zoon over en zo dat zij zelfs aan de andere leden van de regerende familie niet bekend werden, opdat niemand het geheim zou verraden. In de loop der tijde ging de betekenis van de mondelinge overdracht der staatskunst verloren en dit verlies droeg tot het succes van onze zaak bij.
  28. Onze slagwoorden vrijheid, gelijkheid en broederschap brachten met behulp van onze geheime agenten hele legioenen in onze rijen, die onze slagen met geestdrift droegen. Intussen waren deze woorden de wormen, die aan de welvaart knaagde, terwijl zij overal de vrede, de rust en de eensgezindheid verstoorde en de grondslagen van de staten ondermijnde. Wij zullen later zien, dat dit tot onze zegepraal heeft geleid. Onder andere maakte dit het ons mogelijk de belangrijkste troef uit te spelen, namelijk de privileges te vernietigen, die een levensvoorwaarde zijn van de niet-ingewijde adel en die de enige bescherming vormen, die de naties tegenover ons hebben.
  29. Op de puinhopen van de bloed- en geslacht-adel hebben wij de adel van het vernuft en het geld opgericht. Tot het voornaamste kenteken van deze nieuwe aristocratie verklaarde wij de rijkdom, die van ons afhankelijk is en de wetenschap, met onze wijzen die de richting bepalen.
  30. Onze zegepraal werd overigens nog gemakkelijker gemaakt door de omstandigheid, dat wij in de omgang met de mensen, die ons onontbeerlijk toeschenen, en altijd de gevoeligste kanten van de menselijke geest beroerden, zoals bijvoorbeeld de ontvankelijkheid voor weldaden, berekening, begeerte en onverzadigbaarheid in de materiële behoeften; elk van deze menselijke zwakheden is geschikt om de energie te verstikken, terwijl hierdoor de wil van de mensen dienstbaar wordt gemaakt aan hen, die hen van hun energie beroven.
  31. Het begrip vrijheid maakte het mogelijk om de massa's er van te overtuigen dat de regering alleen maar de rentmeester is van de eigenaar van het land, dus van het volk zelf en dat men dezen bestuurder even gemakkelijk kan verwisselen als een paar afgedragen handschoenen. De afzetbaarheid van de volksvertegenwoordigers bracht deze in onze macht; hun verkiezing hangt van ons af.
    PROTOCOL 2 (Economische oorlogen)
  32. Voor onze doeleinde moet het tot elke prijs vermeden worden, dat door oorlogen land wordt gewonnen; iedere oorlog wordt dus op het economisch terrein overgebracht en de volkeren zullen de macht van onze overheersing erkennen. Deze stand van zaken levert de tegenstanders uit aan onze internationale vertegenwoordigers, die over miljoenen ogen beschikken, welke door geen landsgrenzen worden tegengehouden. Dan zal ons internationaal recht het nationale recht terzijde stellen en de volkeren net zo beheersen als het burgerlijk recht in de verschillende staten de betrekkingen tussen de onderdanen onderling regelt.
  33. De ambtenaren, die wij met inachtneming van hun geschiktheid tot slaafse gehoorzaamheid - zullen uitzoeken, moeten van de hogere staatskunst niets begrijpen. Op deze wijze zullen ze gemakkelijk tot pionnen in ons schaakspel kunnen worden gemaakt en zullen ze geheel afhankelijk zijn van onze wijze en geniale raadgevers, die van jongs af aan werden opgevoed om de hele wereld te regeren. zoals U inmiddels weet, hebben deze vakmensen van ons de kennis van de regeerkunst geput uit onze politieke plannen, uit de lessen van de geschiedenis en uit de studie van alle opmerkenswaardige gebeurtenissen. De volkeren trekken uit de historie geen praktisch nut, maar zij laten zich leiden door de zuivere theoretische kennis, die zij zich eigen hebben gemaakt en die niet werkelijk tot resultaten kan leiden. Wij behoeven ons om degenen die niet tot onze gelederen behoren niet te bekommeren. Laten zij nog maar een tijdje voortleven in de hoop op een nieuwe toekomst of in de herinnering aan de vergane glorie. Laten zij zichzelf maar wijs maken, dat het geloof aan de theoretische wetten, dat wij hun ingepompt hebben, van de grootste betekenis is. Tot dit doel versterken wij ononderbroken door middel van onze pers het blinde vertrouwen in deze
    wetten. De intellectuelen zullen trots op hun kennis zijn en haar net zoo toepassen als onze vertegenwoordigers hun wijs maken, met de bedoeling hun geest te leiden in de richting. Die voor ons noodzakelijk is.
  34. Gelooft U maar niet, dat onze beweringen slechts holle frasen zijn. Kijkt U maar eens naar het succes, die Darwin, Marx en Nietzsche ons opgeleverd hebben. De ontbindende invloed van deze leerstellingen moeten ons tenminste duidelijk zijn.
  35. Het is voor ons noodzakelijk om met de ideeën. karakters en de moderne geestesrichtingen van de volkeren rekening te houden teneinde noch in de politiek noch in de regering fouten te begaan. Ons systeem, zal aangepast moeten worden aan de geaardheid van de verschillende volkeren, waarmee wij in aanraking komen, dan alleen zal het succes hebben, als de praktische toepassing uitgaat van de resultaten, die uit het verleden en tevens uit het heden voortkomen.
  36. In de hedendaagse staten is de pers een grote macht waarmee men de openbare mening beheerst. Haar taak is het, te wijzen op de zogenaamde noodzakelijke eisen, en bekendheid te geven aan de klachten van het volk, om ontevredenheid op te wekken en tot uitdrukking te brengen.
  37. De pers belichaamt de zogenaamde vrijheid. Maar de staten hebben er geen kans toe gezien zich deze macht ten nutte te maken en dus is zij in onze handen gevallen. Door de pers verwierven wij onzen invloed. maar bleven daarbij toch op de achtergrond.
  38. Dank zij de pers hebben wij in onze handen het goud opgehoopt, ofschoon ons dit stromen van bloed en tranen in onze gelederen kostte. Ieder offer van onzen kant weegt voor god (satan) echter even zwaar als duizenden offers van de overige mensheid.
    PROTOCOL 3 (Overwinningsmethode)
  39. Ik kan U verzekeren, dat wij thans nog maar weinige schreden van ons doel zijn verwijderd. Nog maar een korte tijd en de cirkel van de symbolische slang, die het zinnebeeld van ons volk is, zal gesloten zijn. En zodra de cirkel zich sluit, zullen alle staten van Europa daarin als in een bankschroef geklemd zijn.
  40. Spoedig zal de weegschaal van de grondwettelijke instellingen uit haar evenwicht geraken want wij zullen haar ononderbroken uit haar evenwicht brengen, net zoo lang tot de balans van de weegschaal versleten is. De overheden dachten, dat ze die stevig genoeg hadden geconstrueerd en wachtten altijd tot de weegschaal weer in evenwicht zal komen. Maar de draagbalken van de steiger, deze regerende personen, worden door hun ambtenaren gehinderd, terwijl dezen zich door hun onbeperkte en onverantwoordelijke macht tot domheden laten meeslepen. Deze macht hebben zij te danken aan de terreur, die in de paleizen heerste. Daar de vorsten niet meer onmiddellijk met hun volk in verbinding staan; kunnen zij het ook geen opheldering meer geven of zich beschermen tegenover hen, die naar de macht hongeren. Zodra wij de scherpzinnige macht van de vorsten en de blinde macht van het volk van elkaar gescheiden hebben, hebben zij iedere betekenis verloren, want eenmaal gescheiden, zijn zij even machteloos als de blinde zonder stok.
  41. Om de eerzuchtigen tot misbruik van hun macht te verleiden, hebben wij alle krachten tegen elkaar opgezet, terwijl wij hun liberaal streven in de richting van de onafhankelijkheid voerde. Tot dit doel hebben wij tot iedere onderneming aangespoord, hebben wij alle partijen van wapens voorzien, hebben wij de heersende macht tot mikpunt van alle eerzucht gemaakt. Wij hebben van de staten arena's voor hun partijstrijd gemaakt. Nog korten tijd slechts en wanorde en ineenstorting zullen overal haar intrede doen.
  42. Onvermoeibare kletsers hebben zitting in de volksvertegenwoordigingen en die in toernooien van redenaars veranderd. Brutale journalisten en onbeschaamde schrijvers van smaadschriften vallen doorlopend de regeringsambtenaren aan. Het misbruik van macht leidt tenslotte tot ineenstorting van de grondwettelijke instellingen en onder de slagen van de razend geworden massa stort alles tot puinhopen ineen.
  43. De volkeren zijn door de armoede veel vaster aan de harde arbeid geketend dan eens door slavernij en lijfeigenschap. Hiervan konden zij zich op de een of andere manier van bevrijden, maar van de ellende kan men zich niet losmaken. De rechten; die wij in de staatsregelingen hebben opgenomen, zijn voor de massa slechts schijnbare rechten, geen reële. Alle zogenaamde rechten van het volk leven slechts in het rijk van de fantasie; in de praktijk worden zij nooit verwerkelijkt. Wat kan het de over zijn werk gebogen, door zijn lot neergedrukte proletariër baten, als kletsers het recht hebben te spreken, als journalisten het recht hebben om naast ernstige dingen ook allen mogelijke onzin neer te schrijven? Wat betekent voor het volk een grondwet, waarvan het geen andere voordelen heeft dan de kruimels die wij hen over de tafel toewerpen opdat men op onze vertegenwoordigers stemt? De republikeinse rechten zijn voor de arbeider een bittere hoon, daar de dwang van de dagelijkse arbeid hem verhindert, om er van te genieten en ze beroven hem alleen maar van de zekerheid op een vast loon, afhankelijk als dit is van de werkstakingen van de ondernemers en de kameraden.
  44. Onder onze leiding werd de adel verwoest, die de natuurlijke beschermer en de voedster van het volk was en wiens belangen onafscheidelijk met de welvaart van het volk waren verbonden. Nadat tegenwoordig de voorrechten van de adel te niet zijn gedaan, is het volk onder het juk van rijk geworden woekeraars en parvenu's gekomen, die hen onbarmhartig onderdrukken.
  45. Wij zullen de arbeider lijken als de bevrijders uit zijn onderdrukking, terwijl wij hem uitnodigen, toe te trede tot onze legers van socialisten, anarchisten en communisten. Deze groepen helpen wij steeds voort, waarbij wij de schijn aannemen dat wij hen willen helpen uit een gevoel van broederschap en humaniteit, met deze door onze socialistische vrijmetselarij verkondigde principes.
  46. De adel, die volgens wettelijk recht de arbeidskracht van de arbeiders opeiste, had er belang bij dat de arbeiders goed gevoed, gezond en krachtig waren. Ons belang vergt daarentegen de verslechtering van de toestand der arbeiders.
  47. Onze macht berust op de voortdurende honger en zwakte van de arbeider, omdat hij daardoor aan onzen wil wordt onderworpen en noch kracht noch energie zal hebben om zich tegen onzen wil te verzetten. De honger verleent aan het kapitaal meer rechten over de arbeider dan destijds de wettelijke macht van de koningen aan de adel kon verlenen. Door nood, afgunst en haat zullen wij de massa's leiden en ons van haar handen bedienen om alles te vermorzelen wat zich tegen onze plannen verweert.
  48. Zodra het ogenblik van de kroning van onzen wereldvorst (antichrist?) gekomen zal zijn, zullen diezelfde handen alles wegvagen wat ons nog in de weg staat.
  49. De volkeren hebben het verleerd, zonder onze wetenschappelijke raadgevingen te denken. Daarom zien zij de betekenis niet in van bepaalde dingen, die wij, ons voorbehouden tot het ogenblik, waarop ons uur gekomen zal zijn: dat namelijk al op de lagere scholen de enige ware wetenschap moet worden onderwezen, de wetenschap van de socialen opbouw van de staat en van de plaats van de mens in de maatschappij, welke wetenschap de arbeidsverdeling en bijgevolg de onderscheiding van de mensen naar stand en beroep bevordert. Iedereen moet onvoorwaardelijk weten, dat er ingevolge de veelsoortige werkzaamheid van de mensen, er geen gelijkheid is, dat de mensen voor de wet niet in gelijke mate verantwoordelijk kunnen zijn, dat de verantwoordelijkheid
    van hem, die door zijn handelingen een hele klasse benadeelt, niet dezelfde kan zijn als de verantwoordelijkheid van hem, die door een misdaad alleen zijn eigen eer kwetst.
  50. De ware wetenschap van de maatschappelijke opbouw, in welke geheimen wij anderen niet zullen inwijden, zal bewijzen, dat de verschillende werkzaamheden tot een bepaalde kring beperkt moeten blijven opdat uit de wanverhouding tussen opvoeding en arbeid geen onverdraaglijke onbillijkheid zal ontstaat. In de erkenning van deze leer zullen de volkeren zich vrijwillig onderwerpen aan de regerende macht en de door haar ingestelde sociale staatsorde. Bij de huidige stand der wetenschap en bij de richting, die wij haar gegeven hebben, gelooft het volk blindelings in alles wat gedrukt is en vertrouwt men de volk-misleiders, waarmee wij hen dankzij hun onwetendheid opgescheept hebben en staat het vijandig tegenover die klassen, die het voor hoger aanziet, terwijl het de betekenis van de afzonderlijke roeping niet begrijpt.
  51. Deze haat zal nog toenemen door de economische crisis, waardoor het beurshandel, de industrie en het bedrijf ten slotte lam gelegd wordt. Met behulp van het goud, dat geheel in onze handen is, zullen wij met alle verborgen middelen een algemene economische crisis in het leven roepen en hele legers arbeiders in alle landen van Europa gelijktijdig op de straat gooien. Deze massa's zullen zich dan bloeddorstig storten op hen, die ze in hun eenvoud van jongs af aan benijden en die ze dan eindelijk van hun eigendom kunnen beroven.
  52. Ons zal men geen kwaad doen, omdat ons het ogenblik van de aanval bekend zal zijn en wij maatregelen getroffen zullen hebben om de onzen te beschermen.
  53. We hebben bewezen dat de vooruitgang alle volkeren aan het rijk van het verstand zal onderwerpen. Zo zal onze heerschappij zijn: zij zal met rechtvaardige gestrengheid alle oproer onderdrukken en alle liberale opvattingen uit de regelingen van het staatkundig leven verdringen.
  54. Toen het volk zag, dat men het in naam van de vrijheid de meest verschillende rechten en concessies gaf, verbeeldde het zich de baas te zijn en trok de macht tot zich. Natuurlijk stootte het, zoals iedere blinde, op onoverkomelijke hindernissen. Het ging op zoek naar een leider en daar het niet meer tot het vroegere bewind wilde terugkeren, legde het zijn macht voor onze voeten neer. Herinnert U zich maar de Franse Revolutie, welke wij de naam van 'de grote' gegeven hebben. De geheimen van haar voorbereiding zijn ons welbekend, want zij was het werk van onze handen. Sinds dat ogenblik hebben wij de volkeren van de ene ontgoocheling in de andere geleid, opdat zij zich van ons zouden afwenden en hun toevlucht zouden zoeken bij de koning die wij voor de wereld gereed houden.
  55. Tegenwoordig zijn wij als internationale macht onkwetsbaar, want zodra men ons in een staat aanpakt, ondersteunen de andere staten ons.
  56. De onuitputtelijke gemeenheid van de volkeren werkt onze onafhankelijkheid in de hand, zij het dan ook, dat de volkeren voor het geweld op de knieën kruipen maar bij zwakheden en fouten onverbiddelijk en bij misdaden toegeeflijk zijn, zij het dan ook, dat zij de tegenstrijdigheden van de vrijheid niet willen aannemen, zij het dan ook, dat zij tegenover de gewelddadigheid van een onverschrokken despoot gedwee zijn tot het martelaarschap toe. Zij verdragen van hun tegenwoordige vorsten en ministers alle misbruiken, voor de kleinste waarvan zij twintig koningen onthoofd zouden hebben.
  57. Hoe kan men dit verschijnsel verklaren, deze inconsequente gedragslijn van de massa's tegenover schijnbaar gelijksoortige gebeurtenissen? Het kan verklaard worden uit het feit, dat deze dictators het volk door hun vertegenwoordigers laten influisteren, dat, indien zij niettegenstaande de staat schade toebrengen, dit geschiedt om een hoger doel na te jagen, namelijk
    voor het welzijn van het volk, ten gunste van de broederschap, eensgezindheid en gelijkheid. Het spreekt vanzelf, dat, men het volk niet vertelt. dat deze samenvoeging tot één grote eenheid zich pas onder onze heerschappij zal voltrekken. En zo zien we hoe het volk de rechtvaardige veroordeelt en de schuldige vrijspreekt, terwijl het zich inpraat, dat het alles mag doen wat het belieft. Onder zulke omstandigheden verwoest het volk iedere stabiliteit en verwekt het bij iedere stap een wanorde.
  58. Het woord vrijheid brengt de menselijke samenleving in strijd met alle machten, zelfs met de natuur en met God. Daarom zullen wij, als wij de heerschappij veroverd hebben, dit woord in het woordenboek van de mensheid doorhalen, omdat dit het symbool is van het dierlijke geweld, dat de mensen in wilde beesten verandert. Maar in ieder geval: deze dieren slapen in, zodra zij door het bloed verzadigd zijn en dan laten ze zich gemakkelijk boeien. Wanneer men hun echter geen bloed geeft, slapen ze niet in en zullen ze vechten.
    PROTOCOL 4 (Materialisme vervangt Religie)
  59. Iedere republiek doorloopt verschillende ontwikkelingsfasen. De eerste komt overeen met de eerste dagen van razernij van een met blindheid geslagen mens, die naar rechts en links waggelt. De tweede fase is die van de demagogie, waaruit de anarchie ontstaat; deze leidt tot het despotisme en niet naar een wettig, door verantwoordelijkheid gebonden despotisme, doch naar een despotisme, dat verborgen en onzichtbaar, maar toch voelbaar is. Het staat in het algemeen onder leiding van een geheime organisatie, die des te gewetenlozer handel, als zij in het verborgen werkt met verschillende agenten, wier veelvuldige wisseling niet alleen onschadelijk, maar bovendien ook voordelig is, omdat dit de organisatie ontheft van de besteding van haar geldmiddelen ter beloning van langjarige diensten.
  60. Wie en wat zou een onzichtbare macht ten val kunnen brengen? Juist hierin ligt de kracht van onze heerschappij. De zichtbare vrijmetselarij heeft slechts ten doel, onze bedoelingen te verbergen. Het krijgsplan van onze onzichtbare macht, ja zelfs haar zetel zullen voor de wereld altijd onbekend blijven.
  61. De vrijheid zou onschadelijk kunnen zijn en in de staten, zonder gevaar voor de welvaart der volkeren, kunnen worden toegepast, indien zij zou berusten op het geloof aan God en de broederschap van de mensen en indien zij zich verre zou houden van het denkbeeld van de gelijkheid, welke in strijd is met de wetten der schepping, waarin het principe van de ondergeschiktheid is vastgelegd. Door zulk een geloof beheerst, zou het volk onder toezicht van de geestelijkheid vreedzaam en bescheiden aan de hand van zijn zielenherders verder gaan en zich onderwerpen aan de door de Goddelijke voorzienigheid getroffen verdeling van de aardse goederen. Om deze reden moeten wij onvoorwaardelijk het geloof verwoesten, het fundamentele bewustzijn van God en de Heiligen Geest uit de ziel van de Christenen rukken en het geloof vervangen door materiële overwegingen en behoeften.
  62. Om de volkeren geen tijd te laten tot nadenken en beschouwingen moeten wij hun gedachten afwentelen op handel en bedrijf. Dan zullen zij slechts op hun eigen voordeel bedacht zijn en daarbij de gemeenschappelijke vijand niet opmerken.
  63. Maar om de vrijheid van de volkeren volledig te kunnen ontbinden en vernietigen, moet men de speculatie tot fundament van de nijverheid maken; zodoende zullen de schatten, die de nijverheid aan de bodem onttrekt, niet in handen van de industriëlen blijven, maar door speculatie in onze zakken vloeien.
  64. De verbitterde strijd om de macht in het economisch leven zal een ontgoochelde, koude en harteloze samenleving in het leven roepen. Deze samenleving zal absoluut afkerig zijn van de hogere staatskunst en van de godsdienst. De zucht naar het goud zal haar enige leidraad zijn. Met het goud zal ze een waren eredienst uitoefenen wegens de materiële voordelen, die het verschaffen kan. Dan zullen de onderste klassen van de samenleving in onzen strijd tegen de intellectuele klassen - onze concurrenten in de strijd om de macht - ons volgen, niet om goed te doen, zelfs niet om rijkdommen te veroveren, maar uitsluitend en alleen uit haat tegen de bevoorrechten.
    PROTOCOL 5 (Despotisme & Moderne vooruitgang)
    1, Welken regeringsvorm kan men geven aan een maatschappij waarin de omkoopbaarheid overal doorgedrongen is, waarin men slechts met handige streken en bedrieglijke middelen vermogen verwerft, waarin de tuchteloosheid heerst, waarin de moraal slechts wordt beschermd door bestraffing en strenge wetten, maar niet door vrijwillig aangenomen principes, waarin de gevoelens voor vaderland en godsdienst door wereld-burgerlijke beschouwingen worden verstikt? Welken anderen regeringsvorm kan men aan zulke samenlevingen geven als die van het despotisme, welke ik u later zal beschrijven?
  65. We zullen een stevige centralisatie van de regering in het leven roepen om alle sociale krachten bij ons te verenigen. Door nieuwe wetten zullen we het politieke leven van onze onderdanen regelen als het raderwerk van een machine. Deze wetten zullen langzamerhand alle vrijheden en concessies, die door de volkeren werden aangehouden weer terugnemen. Op deze wijze zal onze heerschappij zich ontwikkelen tot een oppermachtig despotisme, dat te allen tijde en op alle plaatsen in staat zal zijn de mensen, die zich verzetten of ontevreden zijn, het zwijgen op te leggen.
  66. Men zal ons tegenwerpen, dat zulk een despotisme niet in overeenstemming is met de huidige ontwikkeling van de beschaving. Ik zal het tegendeel bewijzen
  67. Zolang de volkeren in de vorsten de zuivere uitvloeiing van de 'Goddelijken' wil zien, onderwerpen ze zich zonder morren aan het absolutisme, maar sedert het ogenblik, dat wij hun de gedachte aan hun eigen rechten ingoten, beschouwden zij de vorsten slechts als eenvoudige stervelingen. De goddelijke genade viel van de hoofde der koningen af en toen wij de volkeren het geloof in God hadden ontnomen, werd de vorstelijke macht op straat gegooid, zij werd als het ware publiek eigendom, waarvan wij ons meester maakten.
  68. Verder: De kunst om zowel de massa's als de mensen afzonderlijk te regeren met voorgewende theorieën en frasen, met sociale maatregelen en andere vernuftige middelen, waarvan zij niets begrijpen, vormt eveneens een deel van ons regeringswijsheid en berust op de juiste ontleding van de begrippen, op een nauwkeurige beschouwing en op zo'n fijn bevattingsvermogen, dat wij op dit gebied geen gelijkwaardige tegenstanders hebben; evenmin kunnen zij zich niet met ons meten op het gebied van de politieke plannen of met betrekking tot onze eensgezindheid. Alleen de Jezuïeten zouden ons op deze punten kunnen evenaren, maar het gelukte ons hen in de ogen van de gedachteloze menigte in waarde te doen dalen, omdat zij een zichtbare organisatie vormen, terwijl wij met onze geheime organisatie op de achtergrond blijven. Wat betekent overigens de vorst voor de wereld? Is het haar niet hetzelfde of hij nu het hoofd van de Katholieken is of de vorst uit het geslacht van Sion? Maar ons laat deze vraag niet onverschillig.
  69. Korten tijd zou een wereldomvattende vereniging van alle volkeren ons onder haar macht kunnen brengen; maar in dit opzicht lopen we geen gevaar, want wij zijn beschermd door hun diepgaande onenigheid, wiens wortels niet meer uitgetrokken kunnen worden. Gedurende twintig eeuwen hebben we de persoonlijke en nationale belangen van de niet ingewijde met elkaar in strijd gebracht en geloof- en rassenhaat gekweekt. Daarom zal geen regering ergens
    hulp vinden, omdat iedereen geloven zal, dat een verbond tegen ons haar eigen belangen zou kunnen schade. Wij zijn reeds te sterk; met ons moet men rekening houden. De regeringen kunnen tegenwoordig nog niet de onbetekenendste overeenkomst sluiten zonder dat wij niet heimelijk in het spel zijn.
  70. Per me reges regnant, door mij regeren de koningen. Onze profeten hebben verkondigd, dat wij door God zijn uitverkoren om over de hele wereld te heersen. God zelf heeft ons de gave geschonken om dit werk te volbrengen. Wanneer het vijandelijke kamp vernuftig was, dan zou het met ons kunnen vechten. De strijd zou onbarmhartig zijn, zoals de wereld er nog nooit een aanschouwd heeft. De genialiteit van de volkeren is echter achtergebleven.
  71. Het hele raderwerk van de regeringsmachine hangt af van een motor, die in onze hand is en deze motor is het goud. De wetenschap van de staathuishoudkunde, door onze wijzen uitgevonden, toont sinds lang de macht van het goud over de tronen aan.
  72. Om de vrije hand te hebben, moet het kapitaal het monopolie van handel en industrie bezitten: dit wordt ook al door een onzichtbare hand in alle lande van de wereld verwerkelijkt. Dit voorrecht zal de industriëlen een politieke macht geven, maar het volk onderdrukken.
  73. Op het ogenblik is het van meer belang het volk te ontwapenen dan het in de oorlog te voeren; het is van meer belang, de opgezweepte hartstochten tot ons voordeel uit te buiten dan ze tot bedaren te brengen, van meer belang, zich meester te maken van de gedachten van anderen en er zich van te bedienen dan ze ter zijde te stellen.
  74. Het wezenlijke probleem van onze regering is de publieke opinie door kritiek te verzwakken, de mensen het denken af te leren, omdat het weerleggen tegenstand uitlokt en de geest door holle frasen zonder zin en begrip op zijwegen te leiden.
  75. Te allen tijde hebben de volkeren en de individuen woorden voor daden genomen want zij vergenoegen zich met de schijn en letten er zelden op of de beloften in het openbare leven ook vervuld worden. Daarom zullen onze regelingen een aantrekkelijk uiterlijk hebben, dat met welbespraaktheid en weldaden de vooruitgang zal aantonen.
  76. We zullen ons de liberale beschouwingen van alle partijen en richtingen toe-eigenen en ze overbrengen op onze sprekers, die zo lang moeten spreken tot alle toehoorders afgemat zijn en afkeer voelen.
  77. Om zich van de openbare mening meester te maken, moet men deze door alles geheel en al in de war brengen, terwijl men van alle kanten op de meest verschillende manieren onderlinge tegenstrijdige beschouwingen tot uitdrukking brengt, totdat men geen weg meer weet in de doolhof en ten slotte tot het inzicht komen, dat het, het beste is, in politieke kwesties er helemaal geen mening meer op na te houden. Op dit terrein heeft het volk niets te maken, het is voorbehouden voor hen, die de leiding hebben. Dat is het eerste geheim.
  78. Het tweede geheim dat voor het succes van onze regering noodzakelijk is, bestaat daarin, om de fouten, gewoonten, hartstochten en regels van de dagelijkse omgang zodanig te vermenigvuldigen, dat niemand meer in de chaos thuis is en de mensen elkaar niet meer begrijpen. Deze politiek zal er ook toe bijdragen in alle partijen tweedracht te zaaien en alle gezamenlijke krachten, die zich niet aan ons willen onderwerpen, te ontbinden; zij zal iedere persoonlijke wilskracht ontmoedigen.
  79. Er is niets gevaarlijkers dan de persoonlijke energie; wanneer zij verstand achter zich heeft, dan is ze machtiger dan miljoenen mensen, onder wie we tweedracht hebben gezaaid. We moeten
    daarom de opvoeding van de mensen daarheen leiden, dat zij van iedere onderneming, die energie vereist, hun handen in hopeloze onmacht aftrekken.
  80. De krachten, die zich onder de heerschappij van onbeperkte vrijheid ontwikkelen, verliezen haar sterkte zodra zij op de vrijheid van anderen stuiten; daaruit ontstaan morele schokken, ontgoochelingen en mislukkingen.
  81. Met al deze middelen zullen wij de mensheid dermate ontmoedigen dat zij zich ten slotte gedwongen gevoelen om ons om een internationale regering te verzoeken, die - zonder gebruik van geweld - in staat zal zijn alle regeringen van de wereld op te slokken en een opperste regering te vormen. In de plaats van de tegenwoordige regeringen zullen wij iets geweldigs neerzetten, dat zich de administrateur van de opperste regering zal noemen. Zijn handen zullen zich naar alle kanten als tangen uitstrekken en het zal zo'n kolossale instelling zijn, dat alle volkeren zich aan haar moeten onderwerpen.

Coin Marketplace

STEEM 0.15
TRX 0.17
JST 0.028
BTC 68754.67
ETH 2469.20
USDT 1.00
SBD 2.37